Nog altijd denk ik, als ik op twee januari een weggegooide kerstboom passeer: zonde, te laat!
Het hoogtepunt van de kerstvakantie hadden we er dan al opzitten. De kerstbomenverbranding op oudejaarsavond werd elk jaar spectaculairder. De stapel op het Phloxplein reikte tot het dak van drogisterij Miedema; een wonder dat de winkelruiten van de hitte niet sprongen.
De opwinding duurde kort, tegen halfeen was de toren ingezakt tot een nasmeulend, vonkend bergje. Hadden we daar zo hard voor gewerkt?
De dagen tussen kerst en oud en nieuw waren veel spannender. Het verzamelen van de bomen ging groepsgewijs en startte op de ochtend van de 27e december. In de middag hadden wij van de Parsifalstraatgroep er al meer dan tien.
(Tegenwoordig doen de mensen hun boom pas in maart weg, lijkt het - ze zijn duur opgetuigd, dus doet men er moeilijker afstand van.)
Glorieus was het jaar dat de familie Bloemen van nummer elf, haar voorbalkon beschikbaar stelde. Elke boom werd door Hans Bloemen met een touw naar boven getakeld en daarmee onbereikbaar gemaakt voor rovers uit andere straten.
We ontdekten waar de Verdistraatgroep haar bomen opsloeg: in het gangetje tussen de huizen van de Verdistraat en de Laan van Meerdervoort.
Hebben we die opslagplaats geplunderd en de buit verplaatst naar het balkon van de familie Bloemen?
Ik herinner het me niet. Daar waren we veel te keurige jongetjes voor.
Ik noemde ons clubje hierboven dan ook groep, niet bende, laat staan ?gang?.