1) Interieur postkantoor.
Tientallen mensen staan te wachten voor balie, waarboven groot nummerbord.
Nieuwkomers trekken volgnummertje uit standaard.
Rumoer bij rondtollende draaideur. Een grote blauwe leeuw (man in leeuwenpak) valt naar binnen.
Blauwe leeuw trekt geen nummertje, waggelt naar rij voor balie, duwt mensen opzij. Komt voor balie en roept tegen bediende, met gedempte stem (vanuit leeuwenpak):
?Hoenderttausendeuromeugtichsoforthabenichwielmaingeltpoetverdoemdmalverdamteschwaine
schwainehoendeaddergebroitichwillhoendertausendeurohabenoentjetstanderssollichdainmaulenstrurtzenja??
Bediende schudt van nee.
Het namaakduits uit het pak gaat over in woedend gebrul.
De leeuw zet zijn kop af, waardoor het bezwete hoofd van John Cleese zichtbaar wordt.
Met een snelle beweging ritst Cleese het pak open en stapt eruit. Hij is gekleed in voddige zwerverskleren (broek met touw om het middel).
Cleese legt twee gestrekte vingers tussen neus en mond, heft de linkerarm hoog en start een woedende monoloog in quatschduits:
?Damietenienstachelgeschwaineflaischoentschreligeshoendegemieschmaus...? enzovoorts.
Bediende zegt, zeer beslist:
?Nee, meneer Hilter, dat is nou al de zoveelste keer - u krijgt echt niets meer!?
2) Exterieur postkantoor.
Zwerver Cleese wordt door twee potige beveiligers op straat gegooid. Het leeuwenpak komt hem achterna.
Cleese zet zijn woedende tirade voort:
?Doemiestkerleapfelstroedelschnautwuursteschwainegebraat...?
Tekst over beeld:
?Alleen déze klant is niet welkom bij de Postbank. U wel.?