Bieslog - Oorlogsbuit
  Klik op de hut voor bezichtiging


  webcam in redactielokaal (werkt niet meer)

 Hoofdredacteur Wim de Bie leest alle reacties - redactie@bieslog.nl

Url = verwijzing naar andere site

beluister = hoorspel, reportage, geluidsact

Video = filmpjes

= bijlagen
De foto's zijn vergrootbaar tot de originele afmetingen.








maandag 21 oktober 2002 16:26  verstuur

Oorlogsbuit

Beeldvergroting: Zomer 1945
Zomer 1945

Een foto vanochtend in Trouw - een voorpublicatie uit ?Het 40-45 boek?, dat vandaag verschijnt. Uit de fotocollectie van het Nederlands Instituut voor Oorlogsdocumentatie.

Onderschrift: Zomer 1945 bekijkt een stel jongens hun buit aan gevonden munitie. Ze lijken zich niet bewust van het gevaar.

Ik krijg een schok. Ik heb de foto nooit eerder gezien. Ben ik dat, die middelste van de drie? Nee, deze jongen is ouder, ik was toen zes.
Maar ik had wèl een munitieverzameling!
Tientallen hulzen met een putje in de bodem - het teken dat ze waren afgeschoten - losse scherpe patronen, mooi glimmende kogels, een handgranaat zonder ontstekingsring, een gedemonteerde landmijn, grillige granaatscherven en een grote kanonshuls, precies zo een als iemand in de linker bovenhoek van de foto vasthoudt.

Rond ons huis lag de munitie voor het oprapen.
We woonden vlakbij de startplaatsen van de V2-raketten, die in de wijde omgeving werden beveiligd met afweergeschut, dat tegen de bombarderende Engelse vliegtuigen was gericht. Vader, moeder en ik scholen gedurende maanden iedere avond in de kelder onder de trap.

Zijn er jongeren onder de lezers, die nu uitroepen:?Ophouden! Opa vertelt. Niet nog een keer over de oorlog!? ? Het zij zo. Het is míjn verhaal, ja?

We vonden ook lange, dunne staven kruit, die we stijf in een krant wikkelden en op een van stenen gebouwd startplaatsje legden. Als je zo?n raket aan het achtereinde aanstak, maakte hij, met veel rookontwikkeling, een sprongetje van een paar meter.

Ik bewaarde alle relikwieën in een kastje boven mijn opklapbed. Ik mocht het niet op slot doen. Mijn vader kwam regelmatig boven ter inspectie. Hij onderzocht de hulzen op putjes en woog de granaten in zijn hand om zeker te weten dat ze geen springstof meer bevatten. Een vriendje aan de overkant had een op scherp staande landmijn achter ons huis in een vuurtje gegooid. Door hard weg te lopen werd hij niet gewond, maar alle ruiten in ons huis en dat van de buren lagen er weer eens uit.

Vinden jullie het gek dat mijn ouders me, toen ik acht geworden was, op padvinderij deden? Ik moest zo snel mogelijk een oppassende burger worden.