Twaalf jaar lang hebben ze rond het Bieslogredactielokaal gescharreld - drie kippen en een haan. Eerder deed ik hier verslag van hun dagelijkse besognes (zie het dossier BiesBeesten) en daarom mag ik u het recente drama niet onthouden.
Gisterochtend om zeven uur wilde ik het kippenhok openen om de bruine vrienden vrij te laten, zodat ze hun urenlange voedselzoektochten door de tuin konden beginnen, toen ik bij het zien van het hok op slag wist dat het gevreesde was gebeurd.
Ik was kennelijk de avond tevoren vergeten de deur van de buitenren te sluiten (laat geworden, hoofd niet helemaal fris).
Niet alleen die deur, maar ook de deur van het binnenhok stond wagenwijd open. En dat hoort niet. Dat is een heel slecht teken.
Ik kwam met knikkende knieën dichterbij. Er lag zaagsel op de grond. In het binnenhok had een gevecht plaatsgevonden. Van de kippen restten een paar uitgerukte veren.
Bezoekers wilden het vaak niet geloven, als ik vertelde dat het hok voor de nacht zorgvuldig gesloten moest worden, vanwege de rondsluipende vossen.
Vossen? In een bebouwde kom, met veel huizen rondom?
De pootafdrukken elders in de tuin namen alle twijfel weg.
Ik voel me schuldig. Ik had bescherming moeten bieden. Eén vergeetachtigheid en het noodlot sloeg onverbiddelijk toe.
Hoe ze op het warmst van een zonnige dag zandbaden namen.
Hoe ze water dronken - kleine, delicate slokjes nemend, die ze proevend, met geheven kop, naar beneden lieten zakken.
Hoe ze aan het eind van de middag om een boterham kwamen vragen.
Hoe ze op hun stok zaten te dommelen als ik ?s avonds het hok ging sluiten.
Vanmiddag zag ik op RTL4 een kookshow van ?topkok? Jamie Oliver, waarbij hij voor een zaal vol van adoratie kwijlende huisvrouwen een gebraden kip in stukken brak.
Hij en ik, we zijn allebei even grote klootzakken.