Eindelijk heeft het abstracte ?gevoel van onveiligheid? een gezicht gekregen.
De strakke kop van Johan Remkes.
Die borende blik in de camera. We moesten op onze hoede zijn. Verdachte individuen en voorwerpen dienden meteen gemeld.
Op de buikpijnverwekkende uitstraling van zijn jobstijdingen hebben duizenden zich in de schulden gestoken door zich peperdure alarminstallaties aan te schaffen.
Ikzelf heb de woning met rollen prikkeldraad van binnenuit beveiligd; achter alle deuren valkuilen gegraven.
Remkes wil greep krijgen op de politie? Waarom?
Om vrij spel te krijgen voor zijn duistere praktijken.
Als hij de politie eenmaal in zijn macht heeft, kan hij - ik noem maar eens wat - de agenten van een bepaalde wijk op een bepaalde avond bevelen niet de straat op te gaan.
?Ik heb sterke aanwijzingen dat er vanavond niets gebeurt.?
Waardoor hij en zijn trawanten hun slag kunnen slaan.
Toevallig is die ?bepaalde? wijk, de wijk waarin ik woon.
Toevallig is die ?bepaalde? avond hedenavond.
Ik ga de politie bellen en een volledig signalement verstrekken van de verdachte persoon, die zojuist voorbijkwam.
Grijs, achterovergekamd haar, een strakke kop, een borende blik, een streepjeskostuum.