Met mannen die in een gesprek hun eigen naam laten vallen alsof ze het over een belangrijk persoon hebben, valt weinig te relativeren en (dus) te lachen.
Voorbeelden:
Iemand - we noemen hem Peter ter Haar - zegt: ?En wat die chef mij toen heeft geflikt, kijk, dat moet je met Peter ter Haar niet doen. Dus toen heeft Peter ter Haar deze heer eens flink de les gelezen.?
Felix Rottenberg, die spreekt over ?de Goes van Naters en de Rottenbergen in de Partij?.