Straattaal wordt doorgaans geassocieerd met krachttermen, verwensingen en scheldpartijen.
Als tijdens een voetbalwedstrijd tussen spelers onderling en tussen spelers en scheids- of grensrechters onvertogen woorden vallen, wordt dit tot de straattaal gerekend.
Straattaal wordt gekenmerkt door negativisme.
Terwijl de meest gehoorde taal op straat een veel positiever teneur heeft.
- Goedemorgen.
- Goedemorgen. Hee, u wandelt niet met de hond? Ik zie u altijd met de hond. Dus dat u niet met de hond wandelt valt meteen op.
- Nee, helaas. Onze hond is niet meer.
- Hè, wat zegt u me nou? Is uw hond... Terwijl ik u altijd met de hond zie. Voor mij bent u 'die meneer met die grote zwarte hond'. Hoe is het gekomen? Ouderdom?
- Ja, onze hond was oud. Bovendien al twee jaar blind. En toen kreeg hij ook nog tyfus. Toen zei de dierenarts: aan een blinde tyfushond kan ik niet zoveel meer doen. En toen hebben we hem maar laten inslapen.
- Voor de hond zelf ook het beste, toch? Als blinde tyfushond door het leven gaan, lijkt me geen pretje. Nou, sterkte dan maar! Goedemorgen.
- Dank u wel. Goedemorgen.