Vanmorgen, op weg met bestemming Amsterdam, zag ik 'm staan op mijn station: een stoomlocomotief, met een lange rij antieke wagons achter zich aan.
De rookpluim was diepzwart en ik snoof gretig de vergeten geur van brandende kolen op.
Aan het verhevigde gesis en gehakkepuf te oordelen, stond de trein op punt van vertrek en ik rende naar de spoorwegovergang met mijn mobielcamera in de aanslag.
En het lukte het optrekkende gevaarte vast te leggen.
(Tijdens het fotograferen van nostalgia denk ik wel altijd: 'Dat het zover met je is gekomen'.)
Later kwam de herinnering boven, die ik met grote schroom opschrijf.
Want met de nu volgende bekentenis overschrijd ik definitief de grens van Jonge Oudere naar Oudere Bejaarde:
Ik heb in mijn leven nog per stoomtrein gereisd!
En dat was niet tijdens een hobbytripje met treinkenners, of een familietochtje per Dikke Tina naar Deventer, nee, echt - volgens een heus dienstrooster.
Ik was zes jaar en we reisden met de elektrische trein naar Arnhem en vandaar met de stoomtrein naar vakantiebestemming Winterswijk.
En ik koester een beeld- en geluidservaring waar ik zeker van ben: ik steek mijn hoofd uit het treinraam en hang tijdens de gehele reis in de rooklucht.
Diezelfde aardse, fossiele rooklucht hing vanmorgen op het station.
Heerlijk!
Zo'n luchtvervuiling maken ze tegenwoordig niet meer.