|
- Wat is dat voor troep? Wat ga je ze nou voorzetten?
- Heerlijke salades. Ik had gehoopt dat het vandaag warmer zou worden. Met een mooi gedekte tafel op het balkon zomertijd vieren. Nou ja, blijven we binnen.
- Salades? Vieze smurrie, zal je bedoelen.
- Denk je dat twee stokbroden genoeg zijn, voor met z?n zessen?
- Hoe kom je er nou bij drie bakjes vies neer te zetten?
- Wat is er mis met die bakjes? Vers geschepte tonijn-, zalm- en garnalensalade. Wat een rijkdom!
- Neem Tony en Mia... die vinden dit toch ook bakjes overgeefsel? Weet ik gewoon zeker.
- Ach, hou toch op. Ik leg er een stuk kaas bij, maar dat is het dan. Drie soorten salades... me dunkt, zeg.
- Ik denk dat de scheidslijn dwars door de samenleving loopt. Je hebt mensen die bij het zien van deze bakjes uitroepen: o, wat heerlijk! En er zijn mensen die bijna moeten kokhalzen.
- Zet jij de wijnglazen op tafel? Graag.
- Mooie test. Gasten die vanmiddag met graagte uit deze bakjes gaan zitten scheppen, hoeven wat mij betreft volgende keer niet meer te komen.
- Trek je wat anders aan? Niet in deze vreselijke broek blijven lopen!
- De saladebakjestest. Ik weet zeker dat Tony en Mia geen hapje uit welk bakje dan ook zullen nemen. Kijk, dat zijn nog eens echte vrienden.
|