Vannacht twee keer uit bed gebeld door mensen die dringend om satire verlegen zaten.
Met vier satirici runnen we de Satirische Hulp Centrale en ik heb weekenddienst.
Het eerste telefoontje (02.15 uur) kwam van een man wiens firma aanstaande maandag failliet wordt verklaard. Man ?zag het niet meer zitten? en dreigde ?er een eind aan te maken?.
Binnen tien minuten was ik ter plaatse.
Met een simpele imitatie van zijn neerslachtige lichaamshouding en zijn gezucht en gesteun (je grijpt in zo?n geval naar de snelst werkende satirische middelen) kreeg ik hem wel weer aan het glimlachen en we spraken af dat hij maandagochtend, voor de vergadering met zijn curators, nog even bij ons langsrijdt. We zullen dan de kluchtige sketch ?Bij de Curator? opvoeren (met te grote snorren en brillen), waarna de ?echte? bijeenkomst alleen maar kan meevallen.
Het tweede telefoontje (04.45) betrof een echtelijke ruzie, waarin de beide partners geheel waren doorgedraaid.
Voortuin en vertrekken van de verwaarloosde woning lagen bezaaid met de scherven van een 60-delig servies. Vrouw had zich opgesloten in slaapkamer.
Op de gang voerde ik de Inspecteur Clouseau-act op, d.w.z ik speelde een buitengewoon stomme politiefunctionaris, die dreigt de deur in te trappen, maar voortdurend ten val komt. Na drie keer wilde de vrouw die grote kluns wel eens zien en opende zij de slaapkamerdeur. Lachen!
Als ik eenmaal een lach zie, zit mijn werk er op - de eerste hulp wel te verstaan. Ook hier maakte ik een afspraak voor een uitgebreider satirisch consult.