Al in januari had Sijmen van Woelgeest bij zijn plaatselijke boekhandel een balletje opgegooid - zouden ze tijdens de Boekenweek niet een signeersessie met hem kunnen beleggen?
Hij zei er maar meteen bij dat hij best begreep dat dit op een doordeweekse middag moest gebeuren - dat een dichter geen publiekstrekker was die op de zaterdagmiddag voor een volle winkel kon zorgen.
Maar dat boekwinkel Haaftink aandacht zou besteden aan de enige dichter in de gemeente, was een daad van culturele betekenis. Toch?
Meneer Haaftink zou 'het in gedachten houden'.
Maar de Boekenweek naderde en hij had nog niets gehoord. Als hij de winkel inliep voor een ochtendkrant dacht hij waar te nemen dat meneer Haaftink snel naar zijn kantoortje achter de winkel spurtte zodra hij Sijmen gewaar werd.
Gisternacht bedacht Sijmen een nieuwe PR-strategie en vanmorgen haastte hij zich naar de boekwinkel waar hij aan verkoopster Inez meteen de heer Haaftink te spreken vroeg. Die kwam wel uit zijn kantoortje tevoorschijn, maar straalde geen warm enthousiasme uit.
'Dag meneer Van Woelgeest. Ja, we hebben er nog eens over nagedacht, maar...', zei hij aarzelend.
'Maar een signeersessie rond een dichtbundel klinkt niet echt aantrekkelijk', vulde Sijmen zelf aan. 'Begrijp ik best. Maar... ik heb een primeur, die ik erg graag zaterdagmiddag hier aan het publiek wil presenteren. Ik heb namelijk een Kort Verhaal geschreven en het leek me erg passend als ik dat nieuws in mijn eigen boekhandel wereldkundig maak. Misschien kan er een ANP-bericht uitgaan, met als kop 'Prozadebuut van Dichter Sijmen van Woelgeest', en dat zal heel wat media trekken. Gegarandeerd!'
Sijmen vertelde er niet bij dat hij in de vorige nacht na urenlang koortsachtig zoeken het korte verhaal had teruggevonden, dat hij ooit had ingezonden naar de verhalenwedstrijd Duizend Woorden, maar dat hij teruggestuurd kreeg met de mededeling dat zijn verhaal 'helaas onvoldoende kwaliteit had om mee te dingen'.
Die wedstrijd was bedoeld voor aspirant-schrijvers, dus had hij het ingezonden onder het pseudoniem Philip Caen. Dat die Duizend Woorden-redactie geen oog had voor kwaliteit was dus zonneklaar. Zijn verhaal bestond uit een messcherpe autobiografische jeugdherinnering en hij had kans gezien binnen de duizend woorden definitief met zijn vader af te rekenen.
'Nou, het is namelijk zo...,' zei meneer Haaftink, wiens gelaatstrekken nog somberder leken te zijn geworden, 'zoals u weet is onze boekhandel onderdeel van een keten - de Dyslexie Groep - en wij zijn gebonden aan de regels van het hoofdkantoor. En wij hebben de opdracht in deze Boekenweek uitsluitend signeer- en voorleessessies te organiseren met 70-plus-auteurs. Wij krijgen Cees Nooteboom hier, Jan Siebelink, net 70 geworden, onze eigen Marleen Sudergaart, 98 is ze en ze leest nog prachtig voor. Dus u begrijpt...'
'Ik begrijp het,' zei Sijmen, plotseling geheel ingezakt, 'met mijn 56 jaar val ik buiten het thema.'
Hij besloot meneer Haaftink maar niet voor te houden dat hij eigenlijk geestelijk 83 was - dat grapje kwam hem nu als heel oubollig voor.
Bedankt, CPNB, somberde Sijmen op de terugweg. Misschien kozen ze volgend jaar 'Jong!' als thema. Zat hij er weer naast.
Nee, alleen als het thema 'De Mislukking' zou gaan heten, of 'Het Grote Falen', maakte hij tijdens het Boekenbal kans op een plaats in de ereloge.
Hij pakte de twee A4-tjes met de Duizend Woorden uit zijn binnenzak, scheurde het papier in tientallen stukjes, die hij in de eerstvolgende overvolle papierbak uitstrooide over de lege chipszakken en ingedeukte blikken Cola Zero.