Folders, advertenties en tijdschriften die ons naar verre vakantiebestemmingen willen lokken, maken graag gebruik van leuke oude mannetjes.
Mannetjes op straathoeken van schilderachtige bergdorpjes, een schaapherdermannetje dat we op een wandeltocht kunnen tegenkomen en een wijnboermannetje van wie we, vers uit het vat, een paar flessen wijn kunnen kopen.
Excuses voor het zondagse gezuurpruim, maar op mij hebben de leuke oude mannetjes een averechts effect.
Vraag nooit de weg aan de straathoekmannetjes. Ze barsten los in een heftige discussie en wijzen alle kanten op.
Als zo?n herdermannetje je de weg verspert, dien je langdurig schaapachtig te glimlachen, terwijl hij de tijd neemt je uitvoerig uit te schelden in zijn onbegrijpelijke dialect.
En ook als het wijnmannetje geen bocht, maar uitstekende wijn blijkt te verkopen, dan nog heb ik helemaal geen zin in een handen-voeten-dialoog. Zo goed is mijn Frans ook niet.
Nee, voor leuke oude mannetjes ga ik niet lang en ver op reis.