Hoe het stuk heette ben ik vergeten, maar het was een thriller; ik speelde een rechercheur die een moordzaak op te lossen krijgt en er pas na drie ellenlange bedrijven in slaagt een vrouwenarts tot een bekentenis te dwingen.
Ik ben hier negentien jaar en veel te jong voor een doortastende politieman. Maar met een net kostuum aan en een snor voor leek het nog wat - mijn piepstem zal me verraden hebben.
De regisseur (van toneelgroep De Cirkel) huldigde de artistieke opvatting dat de tekst de hoofdrol speelde. Van grote gebaren en snelle actie hield hij niet. In de coulissen stond hij de tekst te dirigeren als was het een operalibretto.
Daarom zit ik zo verkrampt in die stoel. Niets moeilijker dan ontspannen zitten op het toneel voor een zaal vol mensen.
Op foto 1 voeg ik de verdachte heftige beschuldigingen toe, met gebalde vuisten. Effectiever zou zijn: omlopen en de boef bij de revers vatten.
'Daarom hebt u op die bewuste vrijdagavond, tussen de bezoeken aan twee patiënten door, die overdosis morfine aan mevrouw Jennifer Jones toegediend, doctor Wesley!'
Foto 2: de spanning wordt doorbroken door een verpleegster.
'Wilt u dit recept even tekenen, dokter?'
'Jazeker, zuster.'
Let even op het snoer dat van de tafel afhangt tot op de vloer. Dat ligt anders dan op foto 1.
Foto 3: het is niet de boef te heet onder de voeten geworden, maar de rechercheur.
De arts belt zijn advocaat. Het bewijs van zijn leugenachtigheid: de telefoon is niet aangesloten! (Maar ik ben bang dat dit eerder een foutje dan de bedoeling is geweest.)
Ik zit nog steeds in die kramphouding. Ongetwijfeld beweeg ik op dit moment met gesloten mond mijn kaken op en neer, als teken van ingehouden woede.
Van de techniek van het toneelspel beheers ik het kaken op en neer bewegen het beste.
Wat moet het voor het publiek een beproeving zijn geweest.
Voor wie het zich herinnert (niemand): mijn excuses.