?Een hutspotland zijn we allang niet meer en het wordt alleen maar beter?.
Beter? Wat een onzin!
Deze winter worden in ons land weer honderdduizenden hutspotten in elkaar gestampt.
Als íets bepalend voor onze identiteit genoemd kan worden, is het een groot bord (oranje!) hutspot. Nederland is bij uitstek een hutspotland.
Sorry, dat ik hier weer ?s de hollandsegezondverstandboerenlul moet uithangen, maar het sterrengedoe van de firma Michelin hangt me al jaren de keel uit.
Langzaamaan hebben zij onze restaurants vergiftigd met hun quasisjieke gezwets over ?de echte culinaire identiteit?, met als resultaat dat elke biefstukbakker droomt van een ster voor zijn logement en grote borden gaat serveren waarop hoopjes fijngepureerde kleffe troep artistiek zijn bekledderd met sliertjes druipsaus.
Als een inspecteur van de Michelingids - vaak een omhooggevallen kelner uit een voormalige stationsrestauratie - bij de Gratie Gods heeft geoordeeld dat het bord met het eenhapsliflafje bepalend is voor de echte culinaire identiteit en er een ster aan heeft toegekend, verhoogt de biefstukbakker ?s anderendaags zijn prijzen met 200% en dien je voor het bord met derriehapje 175 GULDEN neer te tellen.
Een bord hutspot naar binnen werken, met een theedoek om de nek geknoopt, aan een met zeil gedekte keukentafel, beschenen door een kale lamp, gevat in een rieten mandje, waaraan een volle vliegenvanger bengelt - dát is onze echte culinaire identiteit en ik weet zeker dat men uit heel Europa zal toestromen om te genieten van zoiets uitzonderlijks.