Een vriend belde:
?En? Heb je de planeten gezien??
?De planeten... nee??
?Die moeten daar bij jou heel goed te zien zijn. Bij het vallen van de avond, in het westen. Vijf stuks: Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. Uniek! ?t Duurt tot 2040 voor ze weer zo mooi bij elkaar staan.?
?Kan jij ze niet zien??
?Vergeet het maar. Door het licht van Amsterdam wordt het hier nooit donker.?
Het afkicken van de bewoonde wereld gaat langzaam. Ik let meer dan gewoonlijk op het weer, kijk vaak naar boven alvorens te beslissen of de tijgerparaplu mee moet op fietstocht. Maar binnen is het overdag nooit langer stil dan een half uur. Dan moet of de radio aan, of een cd gedraaid; mijn krantenverslaafdheid is niet afgenomen - bij elkaar fiets ik dagelijks drie uur om de pakken ochtend- en avondkranten mijn hol in te kunnen slepen.
De paar bezoekers, die me na veel uitleg hebben gevonden, vragen bij het afscheid, als ze klaarstaan om in het aardedonker terug te gaan, of ik niet bang ben, zo alleen. Ik vind mezelf een hele piet als ik antwoord dat ik volstrekt niet bang ben.
Ik ben wel vaak midden in de nacht wakker - het kraakt, er tikt iets met regelmaat, de wind loeit door de bomen, maar ik geef me eraan over.
Vannacht schrok ik wel hevig van het gebrom van een auto. Omdat ik in het midden van een reservaat zit, waar na zonsondergang niemand in mag, betekent het geluid van een auto ?foute boel?. Wat maakt schrik een stoot adrenaline vrij! Ik merkte dat ik me totaal niet had voorbereid op ongewenst bezoek, gespannen wachtte ik af.
Het gebrom stierf weg. Stropers?
Van flora en fauna weet ik niets af. Ik kan alleen constateren dat het groen doorbreekt, frisse blaadjes zonder gaatjes.
Ik heb te doen met het jonge groen. Het weet nog niet dat het maar voor een paar maanden is.
Als ik nou dadelijk de avondkranten eens achterwege liet en naar de planeten ging kijken?
De in mij huizende zonderling wordt wakker.