Ewald Vanvugt schreef een wonderlijk autobiografisch boek over zijn kennismaking met het werk van 'twee Meesters' en met die schrijvers zelf.
Op zijn twintigste publiceerde Vanvugt twee boeken die veel rumoer veroorzaakten en hem introduceerden in de literaire wereld. Zo ontmoette hij Mulisch en Hermans, de schrijvers die hij als scholier al ten zeerste bewonderde.
Die bewondering is gebleven en hij schrijft er geestdriftig over - een zeldzaamheid voor schrijvers 'onder elkaar'.
Het moment waarop Harry Mulisch, Willem Frederik Hermans en Ewald Vanvugt tezamen kwamen, heb ik van nabij meegemaakt. Ewald en ik maakten deel uit van de redactie van het VPRO-boekenprogramma De Letteren (1981-1982) en uit de beschrijving van de stormachtige en conflictueuze deelname van Hermans aan een schrijverspanel met Mulisch, Gomperts en Lubberhuizen concludeer ik dat Ewald Vanvugt over een bijzonder goed geheugen beschikt.
In het boek zijn enkele heftige liefdesgeschiedenissen verweven waaruit blijkt dat Vanvugts liefde voor Het Boek op bijna even grote hoogte staat als zijn liefde voor De Vrouw.