Zondagmiddag. Een duinwandeling. Mooi, die golvende heuvelrug, de helmbeplanting... het lijkt wel wuivend haar.
Kijk maar, je ziet niet wat je ziet!
De zandruggen zijn van beton. Dit is een van de honderden bunkers, die van Groet tot Hoek van Holland onder het zand verborgen liggen.
Op de middelste heuvel stond zestig jaar geleden een tachtig meter hoge houten toren: de eerste radarpost. Op dit punt (bij Castricum) lagen tweeduizend Duitse manschappen ingegraven.
Als je er scherp op let, ontdek je overal in het landschap de gaten, die leiden naar de betonnen ingewanden van het duin.
Ik kan het niet nalaten me er even in te laten zakken. Vaak gaat een camera mee.
Wat heb je er te zoeken? Een verroeste soldatenhelm? Een geraamte? Je ziet geen hand voor ogen, het stinkt naar pis, de wanden zijn bedekt met krabbels, die veel later graffiti zullen worden genoemd.
Het is voor twee minuten spannend. Als je binnen loopt en er zou buiten een ton zand verschuiven, werd je door geen reddingsploeg ooit nog gevonden.
Je bent blij als je weer buiten staat.
De grafkelder is leeg.