U moet er vanuit gaan dat het precies zo is gebeurd als ik het nu opschrijf. Het is de waarheid en niets dan de waarheid.
Gisteren wilde ik voor Bieslog een stukje maken over semafoor - een oud systeem van optische telecommunicatie-op-afstand (uit 1684).
Ik had een paar oude seinvlaggen gevonden en ik wilde weten of ik het semafoorseinen, zoals ik het op mijn tiende had geleerd, nog beheerste.
Ik liet me fotograferen terwijl ik een elementaire boodschap probeerde over te brengen (het lukte me het woord DAG te seinen).
Een uur later haalde ik de zaterdagse NRC-Handelsblad uit de brievenbus.
Ik bladerde het pakket door en stuitte in het wetenschapskatern op een foto van een jongen die met semafoorvlaggen in de weer was.
Zo'n zogenaamde synchroniciteit - een al te toevallige samenhang - schokt me nog altijd als'ie me overvalt.
Voor het eerst in meer dan een halve eeuw neem ik semafoorvlaggen ter hand.
Voor het eerst in mijn leven tref ik in een krant een foto van semafoorvlaggen aan. En die twee elementen, waartussen ik geen enkel verband kan leggen, komen binnen een uur samen.
Alleen Carl Jung heeft over synchroniciteit geschreven en een verklaring geprobeerd te geven, maar die is mij, met standen van planeten en zo, te zweverig.
Als het verschijnsel mij overkomt, kan ik alleen maar een tijdje verbijsterd voor me uit staren.