?Ik ben Jelle van Boven en ik ben twaalf jaar?, zei de jongen. Hij stond stokstijf, met gebogen hoofd naar de grond turend, verloren in de leegte van de gymnastiekzaal.
?En waarom wil jij bij de film??, vroeg Hans vanachter de lange tafel, die voor de wandrekken stond opgesteld.
De jongen draaide verlegen het gebogen hoofd heen en weer.
?Nou... omdat ik het leuk vind?, zei hij na een lange stilte, nauwelijks verstaanbaar.
?Ik weet niet...?
?Okay,? zei Hans op besliste toon, ?dan weten we genoeg. Je hoort nog van ons. Dag!?
De jongen draaide zich om en holde naar de deur, die hij met een klap achter zich dichtgooide.
?Godallemachtig?, zei Hans, met een diepe zucht, tegen de vrouw en de man die hem achter de tafel flankeerden. ?Dit wordt een helse klus.?
De screentests voor de film Kees de Jongen waren die dag begonnen.
De productiemaatschappij had de kandidaten voor de belangrijkste rollen - die van Kees Bakels en Rosa Overbeek - op een moderne manier willen werven.
Via Internet was een dialoog uit het script verspreid, met de vraag die scène zelf op video te zetten en de band op te sturen.
Meer dan tweehonderd erbarmelijke filmpjes waren binnengekomen. Jongetjes, die wanhopig steun zochten bij vader of moeder achter de camera. Meisjes van twaalf die, zwaar opgemaakt, een Britney Spears-imitatie ten beste gaven.
Casting-director Hans besloot dertig jongens en negentien meisjes op te roepen voor een lijfelijke ontmoeting. Een eerste ronde. De costumière en de opnameleider keken mee en ze wisten nu al dat het maanden zou kosten de goede Kees en Rosa te vinden. Als ze er tien hadden geselecteerd, zouden de echte cameraproeven plaatsvinden, onder leiding van de producent en de regisseur.
?De volgende!?, schreeuwde Hans, zo hard, dat zijn stem zou doordringen tot de kleedkamer, die mudjevol zat met kandidaten en hun ouders.
De deur van de gymnastiekzaal werd opengeworpen en een man met een woeste, grijze haardos rende op grote witte gymschoenen naar het midden van de zaal, richtte zich naar de tafel met de commissie van drie en stak met luide stem van wal:
?Vele mensen schijnen Kees Bakels niet eens te hebben gekend, en dat is eigenlijk niet goed te begrijpen?, loeide de man, op de toon van een voordrachtskunstenaar van voor de Tweede Wereldoorlog. ?Is hij niet zowat de belangrijkste jongen geweest, die ooit bestaan heeft? Alleen door wat ongelukkige toevalligheden...?
?Ho, ho!,? onderbrak Hans hem, ?mag ik vragen: wie bent u??
?Mijn naam is de heer Harry de Laat en ik ben de grootste Kees de Jongen-kenner van Nederland?, zei de man. ?Ik ken het hele boek van buiten en ik vervolg met de proloog.?
Hij zette de voordrachtstoon weer op.
?Alleen door wat ongelukkige toevalligheden is hij geen beroemd man geworden, maar dat kon hij toch niet helpen? In ieder geval...?
De commissieleden hadden elkaar verbijsterd aangekeken.
?Maar meneer,? zei Hans, ?we zijn bezig met de screentest voor Kees. Dit is geen literaire middag of zo, hoor.?
?Weet ik,? zei de man, ?daar kom ik voor. Ik ben namelijk de Kees die u zoekt.?
?Een jongen van twaalf zoeken we, dus u begrijpt...?
?Maar de belangrijkste figuur uit de Nederlandse literatuur kunt u toch niet in handen geven van een jongetje van twaalf!? De man kreeg nu een bozige toon in zijn stem.
?Wat denkt u wel! Een schande voor de nagedachtenis van de grote Theo Thijssen. Ik weet alles van Kees de Jongen. Ik BEN als het ware Kees de Jongen. Kees moet gespeeld worden door een man van minimaal vijftig jaar. Dan heb je de rijpheid en de levenservaring om zo?n rol aan te kunnen!?
De drie achter de tafel schoven op hun stoelen. Hoe kregen ze deze gek de zaal uit?
?Dank u voor uw komst,? probeerde Hans, ?u hoort nog van ons. Goedemiddag.?
?En dan demonstreer ik nu voor u: de enige echte zwembadpas!?, schreeuwde de man.
Hij stiefelde naar de zijkant van de zaal, leek een aanloop te nemen, boog voorover en zette af. Klapwiekend met zijn armen fladderde hij door de zaal.
De vrouw en mannen achter de tafel schoten spontaan in de lach.
?Dit is een nieuw soort Idols?, hikte de costumière. De opnameleider had zijn gezicht in zijn handen verborgen.
De man molenwiekte nog een rondje. Maar er ging iets faliekant mis...
Hij struikelde over zijn eigen grote sportschoenen, gleed uit en kwam met een smak op de vloer terecht.
?Meneer, zo is het genoeg!,? zei Hans beslist, ?wilt u nu de zaal verlaten, alstublieft.?
De in elkaar geklapte man bleef even stil op de vloer liggen.
Toen zei hij met een heel andere stem - hoog en bijna kermend en het ging door merg en been:
?Sorry, ik kan niet meer opstaan. Er is geloof ik iets gebroken.'