Evert zou er best voor voelen met een paar verwante leeftijdgenoten een woongemeenschap voor ouderen te gaan vormen. Met ?voorzieningen? en gebaseerd op wederzijdse hulp, zodat ze gegarandeerd buiten het verafschuwde bejaarden- of verzorgingshuis kunnen blijven.
Hij weet het, zo?n toekomstplan ontwikkelen is vroeg op je vierenvijftigste, maar voor alles in kannen en kruiken is - de goede mensen en het goede huis zijn gevonden - nadert hij de zestig.
Maar ja. Kan hij Jacqueline vertellen wat hem bezighoudt? Kun je bij een vrouw van zesendertig aankomen met gepieker over oudedagsvoorzieningen?
Misschien kan hij het aantrekkelijk maken door haar bijvoorbeeld te schetsen dat er nooit meer oppasproblemen zullen zijn, omdat kleine Evert er heel veel leuke opa?s en oma?s bij zal krijgen.
Even mee wachten, toch maar. Ook niks achter haar rug om gaan regelen.
Haar ouders beginnen nu te sukkelen - misschien denkt ze zelf over een tijdje ?dit wil ik niet? en kan hij de woongemeenschap ter sprake brengen.
Evert is ervan overtuigd dat je tegenwoordig met ouderworden niet jong genoeg kunt beginnen.