Echt, ik had er zin in. Ik zat er klaar voor, pen en papier in de aanslag. Zinnetjes noteren, lichaamstaal observeren. De opgave die ik mezelf had gesteld: binnen een halfuur na afloop van de uitzending een stukje op Bieslog plaatsen. Waarmee ik ook het voordeel van een weblog kon aantonen - voor de ochtendkranten is een tv-uitzending na elven 's avonds te laat om te bespreken.
In de afgelopen negentig dagen had ik geen opmerking, grappig bedoeld stukje, of pittig commentaartje aan de politiek kunnen wijden. Niemand zit erop te wachten, maar ik vind het een dankbaar en belangrijk onderwerp waar ik graag over bericht.
Toen begon de uitzending. 'Knevel en Van den Brink, geen das om', noteerde ik. 'Premier en vice-premiers aan tafel, kabinet is studiopubliek', is de tweede regel op mijn notitievel. Dat voor de rest wit is gebleven. Meer staat er niet.
Ik ben in slaap gevallen.
Als ik dit hier intik is het niet ironisch bedoeld - 'de discussie was slaapverwekkend'.
Nee, zo makkelijk had ik me er niet vanaf willen maken. Ik weet er gewoon niets over te melden, waarvoor ik mijn excuses aanbied.
Vlak voor het einde schoot ik wakker. Even dacht ik nog dat ik maar enkele seconden was weggevallen, want de opstelling aan tafel was dezelfde. Maar de presentatoren sloten af en kondigden de uitzending van morgen aan.
Zijn de andere ministers nog aan het woord geweest? Ik weet het niet, ik heb een uur zitten knikkebollen.
Licht beschaamd stommelde ik naar bed. Er zit iets onaangenaams, zo niet angstwekkends aan zo'n black-out. Dat je je niet meer het moment kunt herinneren waarop je wegviel! Het zal je in de auto gebeuren, terwijl je met honderd kilometer over de A1 rijdt.
'Nou ja, het was maar een tv-uitzending', moest ik mezelf inprenten, voor ik pas om een uur of twee (denk ik) in slaap viel.