De enige, mij bekende schrijver die bij het opschrijven van zijn jeugdherinneringen toegeeft over een falend geheugen te beschikken, is Georges Perec.
In ?W of de jeugdherinnering? graaft hij naar flarden uit zijn (aangrijpende) jeugd, komt hierop terug, geeft toe dat de gebeurtenissen misschien anders kunnen zijn verlopen en doet onderzoekingen, waaruit blijkt dat sommige van zijn herinneringen de plank ver misslaan.
Een meesterwerkje vond ik het en dat oordeel is misschien gebaseerd op herkenning: ook mijn herinneringen bestaan uit flarden, waarbij ik meerdere malen heb geconstateerd dat er significante fouten in zijn geslopen.
Ik weet niet hoe het u als lezer vergaat: als ik één boek van een schrijver prachtig vind, wil ik alles van hem lezen.
Gelukkig zijn veel boeken van deze Franse schrijver (1936-1982) vertaald, waaronder zijn Grote Werk ?Het leven een gebruiksaanwijzing? (waarin hij 99 kamers van een groot Parijs appartementengebouw beschrijft, compleet met inboedel en bewoners).
En daarom heb ik mij naar de boekhandel gehaast, omdat ik had gelezen over een nieuwe uitgave, een deel uit de Privé-Domein reeks van de Arbeiderspers: ?Ik ben geboren?.
Dat wordt genieten.