Wat is het geheim van de evergreen? Wat maakt een liedje tot een melodie die in miljoenen hoofden blijvend zit opgeborgen?
En als we het recept zouden ontdekken, zijn we dan in staat een Nieuwe Evergreen te maken?
Op onze zoektocht stuitten we ditmaal op een eeuwenoude melodie, die zo springlevend is gebleven, dat je na het horen van de eerste maten meteen meeneuriet. De titel? Bekend!
Er hoort een tekst bij, maar de herkomst is discutabel en er zijn zoveel varianten dat we hem hier buiten beschouwing laten.
Pianist Jeroen Thijsen ontleedt de melodie. Beginnende pianisten kunnen na vergroting van bijgaand muziekstukje meteen meespelen.
(Correctie: Jeroen hoorde dat hij in het begin spreekt over d-groot, terwijl het lied is genoteerd in d-mineur. Dat wordt later in het gesprek duidelijk, toch stoorde hem die d-groot (= d-klein). Waarvan akte.)
De evergreen-to-end-all-evergreens is op duizenden manieren gespeeld, geparafraseerd en mishandeld.
Evenzoveel zangers hebben door de eeuwen heen het nummer op hun repertoire gehad - in de recente popmuziek kennen we versies van Marianne Faithfull en Rod Stewart.
In 1961 zorgde John Coltrane in jazzkringen voor opschudding door het volkswijsje op sopraansax te spelen.
?Kán helemaal niet,? zeiden de puristen. Nu is het een jazzklassieker.
Ik laat een drie minuten durende opname horen (met McCoy Tyner, piano; Jimmy Garrison, bas; Elvin Jones, drums), die speciaal voor de 45-toerenplaat werd gemaakt.
De onbetwist allerslechtste versie uit de ruim vier eeuwen durende geschiedenis van dit lied, dateert van dit jaar - een ringtone, voor op de mobiele telefoon.