In zijn toespraak bedankte premier Balkenende de Olympische sporters met het behalen van hun 22 medailles.
Hij kon nu, zei hij, met opgeheven hoofd zijn Europese collega?s onder ogen komen.
In de pijnlijke, ja, dodelijke stilte die toen in de Ridderzaal viel, kon je de sporters als uit één brein horen denken:
O JIJ PEDANT IJDELTUITJE, MAAR DÁÁRVOOR ZIJN WE NIET NAAR ATHENE GEGAAN!