Toen ik de datum op de radio weer hoorde noemen, was ik me even bewust van mijn bevoorrechte positie.
Ik hoef vóór 1 november geen zorgtoeslagaanvraagformulier naar de belastingdienst te sturen.
Eén november? Morgen dus?
Geschrokken schoot ik mijn jas aan en holde naar mijn achterbuurman.
Ik had beloofd hem te helpen met het invullen van zijn aanvraagformulier (uit schuldgevoel?). We waren begonnen, maar nog niet ver gekomen. Was het te laat? Moest meneer Houtvast, door mijn laksheid, in december de eerste uitbetaling van zijn zorgtoeslag missen?
Nadat de nachtsloten waren opengedraaid en de voordeur was ontdaan van drie veiligheidskettingen en meneer Houtvast me na een argwanende begroeting en een hartelijke herkenning had binnengelaten, kwam ik meteen ter zake.
- Hebt u het zorgtoeslagformulier op tijd weggezonden, meneer Houtvast?
?Ikke nie. Neu.... Da?s nie nodig, hè. D?r was een heul vrundelijke buurman hier en die hèt ?t allemaal voor me uitgevogeld. Die hèt gezegd: meneer Houtvast, geen zorgen, doet u maar helegader niks niemandal, ik knap het voor u op. Krijgt u in december mooi uw zorgcentjes.?
- Aha! U hoefde het papier alleen maar te ondertekenen en toen hebt u het op de bus gedaan?
'Nee, hoor, hoefde ook niet. Buurman hèt alles zelf gedaan. Trouwens: tekenen doe ik nooit nie. Je moet niks tekenen, nooit en te nimmer, hè. Daar komt niks als hoei en broei van.?
- Maar wie was die buurman dan? Van hiernaast?
?Neu, van een straat verder, dach ik. Het is die... kom hoe heet die ookaweer. Zo?n lange grijze sladood... Enfin, hij lijkt wel een beetje op u!?
- Weet u zeker dat uw buurman het formulier heeft meegenomen? Ligt het hier misschien nog ergens?
?O nee, het is hier schoon en keurig net. De thuishulp hèt alle oude papier weggebracht.?
- Ja ja. Dag meneer Houtvast, een goedenavond, hoor.
?Gaat u al heen? Da?s fluks. Welterusten, hè!?
Ik heb er een grote zorg bij gekregen, geloof ik.