De mails stromen binnen: weet u nu echt geen konijn van een haas te onderscheiden? Dat forse voorkomen, die lange oren: u sprak met een haas, meneer de hoofdredacteur.
Vandaar dus die lage stem, denk ik nu.
Ja, ik had hem meteen na het interview moeten vragen: 'Met wie had ik het genoegen - haas of konijn?', maar ik geef toe: dat durfde ik op dat moment niet.
En ik was bang dat hij kwaad zou worden en publicatie van het gesprek zou verbieden.
Zit ik met deze misser in mijn maag?
Volstrekt niet.
Ik vermeldde nadrukkelijk dat ik internetjournalistiek bedreef en die is - weten we allemaal - verre van betrouwbaar. Dat is nu juist de charme van de burgerjournalistiek.
In een goed stuk internetjournalistiek dient minstens één knoert van een fout te zijn verstopt. Feiten checken, hoor- en wederhoor - laat dat maar aan de professionals over.
Wij internetjournalisten schatten het corrigerende vermogen van onze lezers hoog in.