(Klopklopklop)
?Dag dokter.?
- Dag meneer Van den Aaienmaar. Gaat u zitten, wat kan ik voor u betekenen?
?Nou dokter, het is zo, dat ik in de krant las dat wie zwijgt stemt toe.'
?Dus als je niks vantevoren zegt en je gaat dood, dat je dan al je organen kwijt bent.?
- Waar gaat dit over, meneer Van den Aaienmaar?
?O, sorry, over de orgaandonatie. Dus dat een meerderheid in de Tweede Kamer wil dat iedereen automatisch zijn organen afstaat als je dood bent gegaan. Tenzij je bezwaar hebt aangetekend.?
- Klopt, maar zover is het dus nog niet.
?Nee, want NU is het zo - heb ik gelezen - dat je vantevoren toestemming moet geven. Als je dat niet doet, moet de familie beslissen of ze jouw organen willen weggeven.?
- Dat is juist. Maar wat is uw vraag, meneer Van den Aaienmaar, de wachtkamer zit vol...
?Ja, sorry, maar ik wilde weten welke organen van mij nog goed genoeg zijn om af te staan en welke niet. Dat ik kan zeggen van: nou, de nieren zijn prima, neem die maar mee. Of dat je zegt: de lever is niet meer wat?ie geweest is, doe die maar niet. Of: prima longetjes, geef maar weg.
Als iedereen automatisch donor wordt, dat je vantevoren op doktersadvies kan zeggen: dit wel, dit niet.'
- Goed. We moeten er nog maar ?s rustig over nadenken, hè meneer Van den Aaienmaar...
?Begrijpt u wat ik bedoel, dokter? Leuk plan: iedereen is donor als?ie doodgaat, maar dan ben je dood, gaan ze je gauw opensnijden om naar iets bruikbaars te zoeken, hupsakee alles eruit, maar dan zitten ze straks wel met een berg kaduke nieren. Of met stapels rotte darmen, of teilen vol slechte ogen. En mijn vraag is: zetten ze die dan bij je terug als ze ze niet gebruiken? Nee, natuurlijk. Ze gooien die hele troep gewoon weg. Wordt hondenvoer van gemaakt. Of rookworst.
Nou, dat wil ik graag vantevoren regelen.'
- Ja hoor. Goed! Dan ga ik nu de volgende patiënt binnenroepen...
?Aha! U zegt dus in feite: als meneer Van den Aaienmaar nu dood zou gaan kunnen alle organen worden weggeven. De heer Van den Aaienmaar zou heel veel zieke mensen heel erg gelukkig kunnen maken.?
- Nou en of! Uit meneer Van den Aaienmaar is nog heel wat bruikbaars te slopen.
?Te slopen! Ha ha, die dokter! Maar dokter, mag ik één orgaan uitzonderen? Er is één orgaan dat ik voor geen goud afsta. U moet me beloven dat u die er na mijn dood niet af zult slopen.?
- Ik begrijp het al: de piem?
?Wat bedoelt u, dokter??
- De piemel, meneer Van den Aaienmaar. Zijn alle mannen bang voor. Dat orgaan wordt zelden afgestaan. En zo is er helaas een groot piemeltekort ontstaan.
?Ja, ik weet niet... Als man zijnde denk je: àls er een leven na de dood is, kan ik ?m nog wel ?s nodig hebben.?
- Nou vooruit, die zet ik niet op de lijst. Maar dan moet ú mij beloven dat u bij een onderzoek voortaan geen problemen maakt als ik u vraag de broek te laten zakken.
?Dat beloof ik, dokter. Gewoon de broek uit... Ach wel ja, dokter heeft zoiets vaker gezien. Hè, wat een opluchting: ik hou mijn piem! Dank u wel! Dag dokter!?