Laatst werd ik uitgenodigd op een lunch in een trendy gelegenheid.
(Trendy? Wordt het nog gebruikt? Kan dat woord nog wel? Het was een hoge, lichtblauwe ruimte, met stalen tafels en stoelen.)
Toen de serveerster (is er een ander woord voor? - ze droeg een paars mantelpakje) aan onze tafel verscheen en een computertje klaarhield (hoe noem je zo?n tablet met schrijfstift?) om onze bestellingen te noteren, had ik de onvoorzichtigheid om de mijne iets te luid te plaatsen:
?Mag ik een broodje kaas??
De serveerster liet van schrik haar pc-tje bijna uit haar handen vallen.
?Wat zegt u??
?Een broodje oude kaas,? herhaalde ik, argeloos nog.
?Meneer wil een broodje kaas?, ?zei het meisje, ze lachte erbij, iets te hard, beetje hysterisch.
?Een broodje kaas! Ha ha ha ha!?, het gezelschap naast ons liet de mobieltjes zakken (is er niet een gangbaarder woord voor mobieltje?) waar men, tot dan toe ingespannen op had zitten staren, om dit komische intermezzo eens alle kans te geven.
?Een broodje kaas! Ha ha! Tssss!?, er klonk nu ook verontwaardiging door in de reacties, die zich door de hele zaak verplaatsten. De holle, echoënde ruimte werkte goed mee.
?Ha, ha, ha!?, lachte ik mee. Om maar goed te laten zien dat ik het ook echt als grap had bedoeld.
Toen zette ik weer een ernstig gezicht op en liet me achteloos ontvallen:
?Nee, zonder gekheid: doet u mij een ciabatta pomodori com prugne in olio di olivo marinate, ja??
Hier en daar werd nog wat nagelachen, maar al gauw nam het normale geroezemoes (lullig woord, sorry) weer de overhand.