Als ik terugkeer naar het terras, na binnen de koffie betaald te hebben, word ik getroffen door het beeld. Zoals ze daar zit, intens turend door de kijker, haar bruine armen, het tengere lichaam - mooi is ze. Ik vind haar prachtig.
Ik pak snel het fototoestel uit de tas aan mijn schouder. Ik wil niet dat ze opkijkt en krampachtig poseert. Ik kijk door het matglazen venstertje bovenop het boxje en ik besluit het hele tafereel vast te leggen. Strand, terras, stoelen en zij, ten voeten uit. Ik druk af.
Ze hoort de klik en laat de kijker zakken.
?Ik heb je,? zeg ik, ?en ik hoop voor heel lang.?
?Gekkerd?, zegt het meisje en ze draait lachend haar hoofd af.
De foto is gemaakt in de zomer van 1929.
Het meisje is 17 jaar.
Ik kijk door de ogen van haar 24-jarige vriend.
Tien jaar later worden zij mijn vader en moeder.