Toen ik me over het uitlegbord boog dat aan de voet van het uitzichtduin is opgesteld, zag ik zijn naam: Leutnant Schützendübel.
Al eerder heb ik u op Bieslog lastiggevallen met mijn (bescheiden) kennis van de Atlantikwall, de gigantische verdedigingslinie die de Duitsers van 1942 -1944 aan de Nederlandse kust bouwden. Ik kan veel duinen aanwijzen die in feite betonnen bunkers uit WO2 zijn, bedekt met een dikke laag duinzand.
Het bord verschaft uitvoerige informatie over De Hoge Toren - een bunker waarop een honderd meter hoge houten radartoren heeft gestaan, waarmee naderende geallieerde vliegtuigen werden gesignaleerd. Onderin de bunker, diep uitgegraven in het duinzand, werden de opgevangen radarsignalen geanalyseerd door een ploeg technici onder leiding van Lt. Schützendübel.
Ik beklom het nepduin en genoot van het kilometers wijde uitzicht. Op de betonnen bovenplaat van de bunker werden, ten behoeve van de toeristen, een verrekijker en een schijf met herkenningspunten opgesteld.
Ik wachtte tot vier medebezoekers waren verdwenen, kroop onder de houten balustrade door en vond het luikje in de zijwand van de bunker.
Er zijn maar een paar mensen die het weten - u weet het nu ook, maar ik vertrouw op uw discrete zwijgen: onderin de bunker woont nog steeds de leider van het toenmalige radarteam, luitenant Schützendübel.
Ik klopte enkele malen in een bepaald ritme op het beton, tot de vertrouwde stem van de luitenant klonk: 'Werda?'
Nu riep ik luid en duidelijk het wachtwoord - ik mag het u helaas niet verstrekken - waarna de betonnen plaat opzij werd geschoven en de oude man zich liet zien. Hij is de negentig gepasseerd, ziet er gesoigneerd uit, gladgeschoren kaken, correct geknipt grijs haar, gekleed in een vaal, maar nog altijd strak en onberispelijk uniform.
Zijn wantrouwige blik controleerde me op de aanwezigheid van een camera, die ik net op tijd in mijn binnenzak had weggestopt.
We maakten ons jaarlijkse praatje.
Ik vertelde hem over de laatste ontwikkelingen in het wereldnieuws.
Ik zag zijn oude ogen oplichten toen ik vertelde over de toegenomen spanningen in Oost-Europa - hoe het Westers georiënteerde Georgië lijkt af te stevenen op een conflict met machtige buur Rusland.
Hij zei het woord niet, maar ik voelde dat hij het dacht: er is een nieuw Oostfront!
Bij wijze van Nederlands nieuws vertelde ik hem iets over de in ons land zo succesvolle film Zwartboek. Een Nazi-officier wordt verliefd op een Joodse verzetsstrijder? 'Wáß sagen Sie?' Zijn mond viel letterlijk open van verbazing.
Dit filmnieuwtje was duidelijk te heftig en teveel voor de oude baas en met een afgemeten 'Auf Wiedersehen!' sloot hij de betonnen deur.
Ik wierp een laatste blik op de zee, wond me nog even op over de totaal misplaatste windmolens op de horizon en daalde af naar de bewoonde wereld.