We reden weer in het licht, de trein was net de Schipholtunnel door, toen de man naast mij aan het gangpad opstond en zich bij de schuifdeur opstelde.
'Dames en heren mag ik even uw aandacht?', riep hij met zo'n harde stem boven het treingedender uit, dat iedereen in het compartiment opkeek uit Metro, Spits, notebook of gemijmer.
'Ik bied u mijn welgemeende excuses aan voor deze interruptie mijnerzijds' - hij was even correct gekleed als zijn taalgebruik, boven de lange grijze jas droeg hij een tweemaal rond de hals geslagen donkerrode shawl - 'maar ik wilde u even verwittigen van het feit dat ik zo dadelijk gebruik ga maken van mijn mobiele telefoon.
Nu heb ik zelf een grondige hekel aan onbeschoft luid telefonerende treinreizigers, maar omdat er sprake is van een noodgeval, meende ik u van tevoren te moeten waarschuwen voor mijn, door mijzelf verfoeide gedrag. Dank u wel.'
De man ging weer zitten en ik zag dat de meeste reizigers elkaar even glimlachend aankeken, ook al waren zij vreemden voor elkaar, alsof ze wilden uitdrukken dat de spreker 'misschien niet helemaal goed was'?
Die gêne werd groter - al bleef men strak in krant of notebook staren - toen de man even later het luidste mobiele gesprek aanving, dat ooit in een Nederlandse trein heeft geklonken. Het volume kwam dicht in de buurt van krijsend geschreeuw.
'Met Van den Abeelen. Het is weer zover, hoor. Een kabelstoring tussen Gouda en Woerden. God alle gloeiende godverde@*+%$!!! En krijg allemaal het apenstront! Zal je 's met het openbaar vervoer! Moet ik godverde*&%$#@^%±±!!@ vanuit Den Haag via Schiphol naar Utrecht reizen! Kom ik pas om kwart over vier aan! Wat een pestpokkeland met zulk klotekutvervoer. Is Brunt er al? Dacht ik wel. Zeg dat'ie op kosten van de zaak een hotel mag nemen. Met een paar flessen champoepel en drie van de geilste snollen. Regel dat meteen, wil je? Het is toch om godverde#@$%&* gek van te worden! Als dadelijk de conducteur komt, trek ik de kop van z'n romp! OK, mazzel, hè.'
De man schakelde zijn mobiel uit, stond op en begaf zich weer naar de schuifdeur.
'Dames en heren!', riep hij naar de doodstille, strak voor zich uit kijkende medepassagiers, 'ik dank u voor uw coulante welwillendheid mij even mijn gang te laten gaan. Ik wens u een prettige voortzetting van uw reis.'