Bieslog - Luitenant Mina
  Klik op de hut voor bezichtiging


  webcam in redactielokaal (werkt niet meer)

 Hoofdredacteur Wim de Bie leest alle reacties - redactie@bieslog.nl

Url = verwijzing naar andere site

beluister = hoorspel, reportage, geluidsact

Video = filmpjes

= bijlagen
De foto's zijn vergrootbaar tot de originele afmetingen.








woensdag 30 augustus 2006 16:06  verstuur

Luitenant Mina

Beeldvergroting: Kazerne in Breda, links onze wachtmeester, uw hoofdredacteur, derde rij van boven, kijkt in de lens
Kazerne in Breda, links onze wachtmeester, uw hoofdredacteur, derde rij van boven, kijkt in de lens
Beeldvergroting: Mars onder leiding van de wachtmeester, de hoofdredacteur is de langste, rechts achteraan. Van de luitenant heb ik geen foto\'s en dat is maar goed ook.
Mars onder leiding van de wachtmeester, de hoofdredacteur is de langste, rechts achteraan. Van de luitenant heb ik geen foto's en dat is maar goed ook.
Beeldvergroting: De hoofdredacteur graaft een schuttersput
De hoofdredacteur graaft een schuttersput

U bent gewaarschuwd: dit wordt een dienstverhaal. Als een middelbare man in gezelschap een sterk verhaal begint te vertellen over zijn diensttijd, maak ik dat ik wegkom. Moet ik heel nodig naar het toilet.

Ja, ik heb in militaire dienst gezeten. Nee. ik ben daar niet trots op. Ik kijk met gemengde gevoelens terug. Niet met spijt, want ik weet (denk te weten) hoe het in de militaire maatschappij toegaat en die ervaring komt nog altijd van pas. Hoewel ik toen wapens leerde te bedienen die nu in een militair museum staan opgesteld, is de cultuur in de soldatengemeenschap in grote trekken dezelfde, denk ik.

We stonden voor het eerst bijeen op een koude januariochtend in 1959 op de binnenplaats van een oude kazerne in Breda. We - jongens van alle soorten en maten, opleidingen en achtergronden. Er waren jongens bij die nooit eerder buiten hun dorp waren geweest (OK, dat en het feit dat er meisjes bij zijn is nu anders).

Drie maanden werden we stevig getraind en gedrild - de eerste zes weken mochten we in het weekend niet naar huis. We moesten ons leren ingraven in de bevroren grond, nachten op wacht staan, stormbanen overtijgeren en slapen in stapelbedden op strozakken.
Dat schept saamhorigheid.

We werden geïnstrueerd door een wachtmeester (sergeant, maar dan bij de artillerie) - een aardige man, een soort vaderfiguur, streng maar rechtvaardig.
Boven hem was een luitenant gesteld, die vers van de KMA afkwam. Een broekie, maar officier en dus de baas.

Het was een lange, bleke, kweeïge, 'knappe jongeman', in een onberispelijk, strakgesneden uniform, met een leren officiersstokje onder zijn rechterarm geklemd, die ons bekeek alsof we kakkerlakken waren. Al gauw werd hij door ons luitenant Mina genoemd.

Elke ochtend stonden we voor dag en dauw in de vrieskou opgesteld voor het appèl en het hijsen van de vlag. Onze wachtmeester presenteerde de groep aan luitenant Mina, die ons geringschattend inspecteerde en daarna verdween, om het dagelijkse trainingswerk aan de onderofficier over te laten.

Volgens mij hadden we het niet afgesproken. Op een ochtend ontstond het: bij het naderen van luitenant Mina begon één van ons met bijna gesloten lippen te zingen. De ene tekstregel waaruit dit lied bestond, werd zacht en bijna zoemend door de anderen overgenomen.

De luitenant hoorde het en verschoot van kleur. Tegen zo'n collectief gebrom valt niet op te treden. Er is geen dader die eruit gepikt kan worden.
Luitenant Mina beval ons in het gelid, waarna hij snel overging tot de vlagceremonie.

Vele ochtenden achtereen is deze bromzang herhaald. Ik durf die ene tekstregel van het lied hier niet op te schrijven. Ik heb geprobeerd een kleine geluidsreconstructie te maken. Als u die beluistert, krijgt u een minieme indruk van het soldatenleven.

Ik bied luitenant Mina alsnog mijn verontschuldigingen aan. Ik hoop dat hij generaal is geworden en nu geniet van een oude dag vol sterke soldatenverhalen.