Een verhaaltje uit de werkelijkheid. 'Zoiets verzin je niet.'
Ik woon achter een kerk.
Een paar maanden geleden werd de hele buurt geterroriseerd door een grappenmaker, die middenin de nacht - om een uur of twee, drie - de klok luidde. En op dat tijdstip klinkt een kerkklok heel erg doordringend en alarmerend. Alsof een noodtoestand wordt afgekondigd (een springvloed in aantocht; ontploffing in de kerncentrale bij Petten).
Om zijn geluidsoverlast te kunnen veroorzaken, moest de pestkop op het platte dak van een bijgebouw klimmen en met een lange stok (?) de klok in beweging brengen.
Om de paar dagen herhaalde hij zijn klimpartij.
Na klachten van wanhopige slapelozen werden de dakranden van de kerk met prikkeldraad afgezet, maar dat hielp niet. De klok klonk harder dan ooit door de stille nacht.
Men overwoog al tot het instellen van een burgerwacht, tot iemand op het idee kwam de klepel uit de klok te verwijderen.
Nu waagt men het er weer op: afgelopen zondagmorgen werd de klok, tien minuten voor aanvang van de kerkdienst van halfelf, vrolijk geluid. De klepel hangt weer.
Maar in een wettelijke bescherming van klokkenluiders zie ik niets.