Tot twee jaar geleden werd in de kunstkritiek de onderbuik met weerzin bejegend.
Schrijvers, regisseurs die ?inspeelden op onderbuikgevoelens? werden met toorn en hoon overladen. Kunstenaars dienden op hoofd en hart te mikken en de onderbuik angstvallig te vermijden.
Binnen een jaar maakte de onderbuik een snelle opmars - toneelstukken, films, komieken en tv-programma?s die inspelen op de onderbuik hebben momenteel een streepje voor. De onderbuik staat in het volle schijnwerperlicht.
Toch is een kentering aanwijsbaar. Er verschijnen al kritieken waarin kunstenaars worden geprezen die mikken èn op hoofd en hart èn op de onderbuik.
Misschien krijgt de kunstkritiek binnenkort ook weer handen en voeten.